Wij zijn geen kerkgangers, integendeel. Onze zoon is zelfs niet gedoopt. Toch ging ik regelmatig, als kind, met mijn ‘marraine’ naar de Kerk.
Een kerk heeft een specifieke geur. De geur van wierrook, koude, angst, geloof, rust, ontzag. Toen ik me voorbereidde op mijn eerste communie en we regelmatig misdiensten moesten volgen, was het voor mijn marraine de perfecte gelegenheid om me mee te tronen naar haar kerk.
Niet alleen gaf dat mijn ouders (hardwerkende zelfstandigen) een uurtje rust, maar voor haar was het ook de perfecte gelegenheid om wat tijd samen te spenderen.
Bompa ging een kaartje leggen of een pintje drinken. Ik ging dan samen met marraine en een vriendin van haar naar de kerk. (Vooraf de normale preken: stil zitten, niet praten, luisteren). Mijn Marraine was een schat van een mens maar kinderen moesten in die tijd gewoon stil zijn en luisteren.
Ik mocht nooit mee naar de kinderkring (het leek daar veel fijner en niet zo saai. ) en ik moest UUUUREN stilzitten. (Helemaal niet handig als je benen uit zichzelf beginnen te wiggelen of als je lichaam begint te kriebelen. Ik kan nu eenmaal niet lang stilzitten. Tegenwoordig hebben ze daar wel een of ander label voor.)
Een keer ben ik zelfs gewoon in slaap gevallen. Gelukkig viel het pas op toen ik mezelf wakker snurkte.
Het enige waar ik naar uitkeek was die hostie. Een klein stukje brood, dat blijkbaar een deel was van Jezus. (Ik vond het wel een beetje luguber: een stuk eten van een persoon) Het had een vreemde smaak en textuur.
Een keer nam ik het uit mijn mond om te bestuderen. Mijn marraine was razend (in de kerk!) en toen heb ik een half uur lang stilgezeten en angstig voor me uitgekeken.
Achteraf gingen we altijd pannenkoeken eten, met bloemsuiker. Zo heerlijk. Terwijl de volwassenen praten, zat ik na te denken over de verhaaltjes die ik hoorde.
Want hoe je het ook draait of keert, ik was gek op verhaaltjes. (Nog altijd.)
Ik nam me voor om de zoon ook te laten dopen. Als hij dan ouder was, zou ie de kans hebben om te trouwen voor de kerk.
Hij gaat nu naar een katholieke school, een katholieke scouts en al zijn vriendjes zullen binnenkort hun communie wel doen.
Gezien onze Damien /Mordred nog nooit in een kerk is geweest (zo noemde ik de zoon, voor hij geboren was, dankzij de helse zwangerschap. De namen wisselden af per heftige periode. ) zal de kans dat hij zijn communie doet, klein zijn. Ik vind het niet zo erg, er zijn andere manieren om rust te vinden. Ik hoop alleen dat hij de zijne vindt. (Waarbij ik niet wil zeggen dat hij een sekteleider moet worden. Liefst niet.)
En ondertussen geniet hij, net zoals ik toen, van de verhalen.