Oh heerlijk, die lente en zomer. Zon, bloemetjes, terrasjes, barbeque’s, parken, wijntjes. Genieten toch?
Ik heb één probleem met deze twee seizoenen. De bijen, de wespen, en alle andere vliegende dingen die me niet kunnen opeten, maar waar ik wel voor ga lopen.
Vanwaar de schrik vandaan komt, ik heb geen flauw idee. Wat ik wel weet, is dat zo een bij, een wesp of een ander beest met vleugels, me meestal achtervolgt, terwijl ik gillend rond de tafel loop. (Pret gegarandeerd voor het gezelschap.)
Ja hoor, ik weet dat de meeste bijen heel nuttige dieren zijn. En wespen, die doen heus geen kwaad als je ze afleidt met wat vlees. Maar toch is het helemaal anders als ze echt dichtbij je komen.
Door mijn extreme fantasie (dankzij bijhorende boeken en films) weet ik dat ik een wesp kan inslikken, stikken en doodgaan. Of nog erger, aangevallen worden door een zwerm wespen en dan doodgaan.
Van het moment dat ik zulke beestjes spot, (meestal vanop een kilometer afstand) zit ik al op de rand van mijn stoel, klaar om op te springen. Je kan al raden dat barbeque’s met eten in de buitenlucht mij nogal stress geven. Meestal ga ik rustig, alleen, binnenzitten.
Ik hoor je al zeggen: ‘Nou, stel je niet aan. Die beestjes doen geen kwaad’. Bij mij komen die diertjes rechtstreeks naar mijn neus of mijn mond, zoemen ze kwaadaardig rond mijn oren (terwijl ik mijn adem inhoud om maar niet in hysterie op te springen) en uiteindelijk vliegen ze me allemaal achterna voor dat lekker Indisch vleesje.
Dus als je me deze zomer ergens alleen binnen ziet eten terwijl iedereen buitenzit, of hysterisch ziet rondlopen met een zwerm wespen achter me aan, je bent gewaarschuwd.