‘De ijscoman komt, de ijscoman komt’. Gillend lopen we naar de ijscocartruck. Ik, als een gek zoeken naar kleingeld, vind niets.(Typisch.) Kind achterlaten bij de ijscoman (Ook typisch, we kennen hem) en naar boven spurten voor mijn potje parkeergeld. (Ok, eerlijk, het is een potje met kleingeld voor allerlei goede doeleinden. Waaronder IJS.)
Het is niet alleen het ijs, maar heel het gedoe erachter. Het muziekje in de verte horen, het zoeken naar kleingeld, het spurten door de straat zodat hij ons zeker niet voorbij zal rijden.
Het heeft iets wonderbaarlijks, iets kinderlijks, dat ik probeer mee te geven aan de snelgroeiende zoon. Het plezier bij zulke onverwachte lekkerijen. We rennen beiden als een gek naar buiten, hopend dat hij ons niet voorbij rijdt. (Heel vaak moet ik nog roepen: ‘je bent je schoenen vergeten.’ – of erger!) De keuzestress omdat er zoveel lekkere smaken zijn. Het proeven van elkaars ijsje. Het heerlijke moment van stilte en genot dat daarna volgt. Maar ook, het samen lachen en beleven.
Ik herinner me warme zomeravonden, hele dagen spelen met vriendjes of nichten en neven, afsluitend met dat ijsje.
Zulke dingen wil ik hem meegeven. En dan geeft het niet als ik zelf als een gek naar die ijscoman ren.
Zo mooi! En ja, inderdaad, het gaat om zoveel meer dan enkel dat ijsje. Die beleving van kleine dingen, het zorgeloze, het eindeloos buitenspelen, allemaal zaken die wij vanzelfsprekend vonden in onze kindertijd. Mooi dat je dit aan je zoon meegeeft!
LikeGeliked door 1 persoon