Iedereen heeft wel een maand die hij of zij de mooiste vindt. Voor sommigen is dat hartje winter, voor anderen diep in de zomer. Maar ik vind mei de allermooiste maand.
Toegegeven, in april begint de natuur terug open te bloeien. Struiken in de was, bloemknopjes komen piepen. Toch heeft deze maand nog zijn typische grillen, waardoor het soms koud, regenachtig en kil kan zijn. Juni is dan weer de maand van het einde van het schooljaar. Heel veel uitstapjes, niet veel meer leren. Ook op werk is het vaak uitbollen naar de zomer, uitkijkend naar die welverdiende vakantie. Juli en augustus zijn dan weer de zomermaanden waar regelmaat ontbreekt, een soort van vakantie maar toch weer niet.
Dan komt september. De maand van de hysterie, het plannen, het vergeten. Boekentas, check. Nieuwe kleren, check. (Ben je nu weer gegroeid?) Naschoolse activiteiten, check. (Welk kind moest naar waar? Ohnee, we zijn weer te laat. Nee, ik heb nog niet alle boeken gekaft. Aankleden, NU.) Spurten en haasten na twee rustige maanden. Met wat geluk heb je nog een lekkere nazomer. Maar daar is oktober al, kouder, killer, regenachtig. (Hoe werkt die verwarming weer? Is het niet te vroeg om hem aan te zetten?) Heel veel dikke spinnen (Aaarggh), maar ook mooie wandelingen in bossen en de natuur die mooi verkleurt. (Jengelende kinderen: ikvindwandelensaaaaai)
November is dan weer de doodse maand. Allerheiligen, allerzielen. Men maakt zich klaar voor de winter. (Ik begin automatisch nootjes en chocola te verzamelen voor mijn winterslaap.) Toch nog eens lekker wandelen in de natuur(weeral die verveelde kinderen: ikwilniet! , verkleumd een warme choco drinken (met veel slagroom! Of Baileys. Of allebei.) of gewoon heerlijk in de zetel liggen. Dan heb je december, de intocht van Sinterklaas (al die sinterklaasliedjes blijven nog twee weken in je hoofd, knikknikikhebdebibberinmijnknieën) tot Kerstmis (familiefeesten: ‘aargh teveel gegeten!’) naar nieuwjaar (om 23.00 in slaap vallen en de overgang keihard missen). Het is een maand die we proberen te overbruggen met openstaand verlof want eigenlijk zijn we moe. We willen gewoon chillen. (Wij gaan dan vaak op vakantie naar de zee in Nederlandd. Genieten van wandelingen op een verlaten strand met alweer datzelfde jengelend kind achter ons: ‘Ikwilnietwandeleeeeen!’)
Dan komt januari, de maand van het nieuwe jaar. We vergeten vaak het jaartal, maken nieuwe voornemens (die we een week later keihard in de vuilbak keilen), zoeken naar ons thermische ondergoed, mogen onze autoruiten krabben (Aaaah, mijn vingers zijn bevroren.) En de school die terug begint. (‘Mama, het is zelfs nog donker buiten! ik wil niet opstaan!’)
Onze valentijnsmaand aka Februari is gelukkig maar een korte maand want eigenlijk gebeurt er niets speciaals. Koude, sneeuw, (‘Mama, ik wil in de sneeuw’. Antwoord: ‘brrr te koud, ga maar alleen’), netflixen (die fles Baileys nog eens bovenhalen, met veel slagroom zonder chocolademelk). Met veel geluk heb je dan in maart al een klein zonnetje dat komt piepen en waar je verlangt naar die temperaturen in t-shirt. Mensen willen terug buiten komen en genieten van die eerste zonnestraaltjes, om twee seconden later een regenbui over zich te krijgen. Spinnen komen weer naar buiten. (AAARGHH!!)
En dan heb je mei. De maand die alles goedmaakt. De zon straalt vaak, het begint warmer te worden. Bloemetjes, bomen, dieren. Alles herleeft. Met een aantal verlofdagen in de maand wordt het des te beter. Mei is de maand waarin ik opbloei en geniet van elke warme dag, van elk zonnestraaltje. De maand van de meiklokjes en vergeet-me-nietjes. Verjaardagen alom. Genieten van ritjes met de fiets. De zon komt heel vroeg op (“Spelen”, gillen de kinderen om 6.00 ’s morgens). Ik besef wel dat elke maand zijn charmes heeft, maar net hierom is mei voor mij de beste maand. Mei is de maand vol mogelijkheden.