Als ouder herken je het vast, (sorry voor de niet-ouders onder mijn lezers). De tijd van verkoudheden, griepjes, oorontstekingen en andere vieze virussen. Een vermoeiende tijd.
De tijd van de virussen is weer daar, meestal beginnend vanaf september en eindigend in juni. (Volgens mij valt dit net samen met de luizenperiode!) De zoon komt thuis met een snotvalling, geen erg. Wat Vicks, een siroopje voor de neus. Een paar dagen later dan toch nog koorts ontwikkelen. ‘Ja, die en die en die zijn ziek in de klas.’, krijg je dan als antwoord. (Zucht…)
Hup, daar gaan we weer, naar de apotheek. Je kent het lijstje ondertussen vanbuiten: pijnstilling, koortswerend, waarschijnlijk een nieuwe thermometer. (Waar die andere 500 zijn gebleven, geen idee!) Groentjes inslaan voor verse soep, crackers en toch nog wat chocola als ze niets anders willen.
Ik hoorde een paar dagen geleden dat ik dan ineens transformeer in een super-leeuwin, die alles op alles zet op zulke momenten.
Drie dagen koorts, hangerig, enkel soep eten.(‘Lekkere soep mama!’ Die onthoud ik voor volgende keren als hij de soep weigert.) Elke vier uur koorts opmeten (waar IS die nieuwe thermometer nu toch?) 39,5! (Ondertussen gaan er allerlei beelden door mijn hoofd van erg naar ergst.)
Hop naar de dokter. ‘Wat scheelt er’. ‘Ik heb hoofdpijn en buikpijn.’ (tip: als kinderen ziek zijn, zeggen ze altijd: ik heb buikpijn. Ook al hebben ze pijn in hun voet of in hun pink.) ‘Het zal wel een virus zijn.’ (Nee, echt?)
Slapeloze nachten, want ik meet elke 4 uur, met de hand of thermometer. (De oudste die ik vind, gekregen bij zijn geboorte. Volgens mij zijn thermometers net als sokken in de was, ze gaan naar een andere dimensie.) Water laten drinken. Waken.
Een paar dagen later zijn ze terug beter, ze hebben het overleefd. Vol energie, veel lawaai en drukte veroveren ze de huiskamer. ‘Oef’, denk je, terwijl je begint te niezen, acute hoofdpijn krijgt en een oorontsteking ontwikkelt.